Tijden veranderen en de heersende opvoedingsnormen ook. Wat vroeger de normaalste zaak van de wereld was, is nu absoluut ‘not done’. Lees de zes absolute no go’s voor opvoeders van nu waar in onze tijd geen haan naar kraaide.
1. Roken waar de kinderen bij zijn
Als we het over no go’s hebben, dan zit deze absoluut in de top 3: passief roken door kinderen. Dat ‘meeroken’ slecht isvoor de gezondheid, en zeker voor die van kinderen, was veertig of vijftig jaar geleden nog niet bekend. Roken was in die tijd volstrekt normaal en zelfs hip. Op verjaardagen lonkten borrelglaasjes met sigaretten naar de feestgangers om ‘gezellig’ mee te doen. De huiskamer stond regelmatig blauw van de rook en de kinderen speelden er gewoon middenin. Ook in de auto werd met gerust hart een saffie opgestoken, ongeacht of er kroost bij was. Wie dat nu doet, krijgt zonder pardon het stempel ‘slechte ouder’ opgedrukt. En terecht, want de effecten van meeroken kunnen desastreus zijn, met name voor kinderen.
2. Op pad zonder autogordels om
Precies 25 jaar geleden werd de verplichting voor gordels op de achterbank ingevoerd. Wisten wij veel destijds…Vóór 1976 reisden we nog helemaal gordelvrij. Kinderen vonden het heel leuk om voorin naast papa of mama te zitten, dus gebeurde dat regelmatig. Het kind achterin wilde er natuurlijk ook bij horen, dat stond of hing ergens tussen de voorste stoelen in. En dat terwijl de auto’s zelf ook veel minder veilig waren toen! Er waren ook minder auto’s op de weg, dus de kans op een ongeluk was ook kleiner. Die verplichting is niet voor niets ingesteld. Nostalgisch terugkijken mag, maar bedenk je wel dat we tegenwoordig in een heel andere tijd leven.
3. Kinderen een echte straf geven
In de jaren zeventig sijpelde het inzicht dat straffen averechts werkt langzaam de Nederlandse huiskamers binnen. Het gebeurde nog wel. Toen wij zelf opgroeiden, gold een pak slaag echt niet als kindermishandeling. Nu wel. Sinds tien jaar is je kind slaan bij wet verboden, zelfs de zogeheten corrigerende tik. Je kind buiten de deur (voordeur hè) laten afkoelen, zonder eten naar bed sturen, onder de koude kraan zetten, gebeurt dat tegenwoordig nog? Deskundigen van nu pleiten voor weinig en mild straffen. Een straf moet in verhouding staan tot het ongewenste gedrag, moet er snel op volgen én er iets mee te maken hebben. Het belonen van goed gedrag werkt veel beter.
“Een beetje alcohol, dat kon toch geen kwaad?
Jawel hoor, weten we nu.”
4. Op jonge leeftijd alcohol laten proeven
Een slokje champagne met oud en nieuw. Op vakantie in Frankrijk een bodempje wijn aangelengd met water laten drinken. En wat te denken van de dot advocaat bovenop het toetje met vanillevla? Of het happen in het bierschuim van papa’s pilsje? We hebben het hier over ervaringen van kinderen onder de tien. Maar dan wel van vijftig jaar of langer geleden. Een dertienjarige dronk in het weekend gewoon een glaasje mee. De gangbare opvatting was dat een kind beter thuis aan alcohol kon wennen. “Zo’n klein beetje, dat kan toch geen kwaad?” Jawel hoor, weten we nu. Alcohol heeft een enorme invloed op de ontwikkeling van een jong brein. Het wordt zelfs afgeraden voor jongeren onder de 18. Eén van de absolute no go’s.
5. “Omdat ík het zeg!”
(Groot-)ouders zijn de baas. Dat is nu zo, dat was vroeger zo. Tegenwoordig is het alleen niet meer zo duidelijk te merken. In menig huisgezin worden (klein-)kinderen aangemoedigd om mee te denken. En ze krijgen uitgelegd waarom een beslissing zus of zo uitvalt. In de tijd dat wij ouders of kind waren, gebeurde dat echt niet. “Waarom? Daarom!” kreeg een bijdehandje te horen, of anders de klassieker: “Omdat ík het zeg!”. Respect hebben voor ouderen is een groot goed, maar omgekeerd moeten volwassenen ook respect hebben voor kinderen. Ze hebben recht op uitleg en om hun stem te mogen laten horen. En ja, dat “nee” ook echt “nee” betekent, moeten ze ook leren.
6. Buiten het toezicht van (groot) ouders zijn
Vanaf een jaar of acht, negen, liepen of fietsten wij doodgemoedereerd naar school. Alleen, of met klasgenootjes. Niks geen mobieltje om te laten weten dat je goed was aangekomen. En ‘s middags speelde je urenlang buiten zonder dat je ouders wisten waar je was. Na het eten mocht je weer naar buiten als je maar voor het donker thuis was. Je waande je als kind vrij, en dat was je tot op zekere hoogte ook, maar er was meer sociale controle. Mensen in de buurt kenden elkaar en hielden elkaars kinderen in de gaten. Het is in deze tijd niet meer voorstelbaar. Ouders kunnen hun kinderen te allen tijd bereiken en in de gaten houden en durven zich bijna niet meer met elkaars kinderen te bemoeien uit angst daarop aangesproken te worden.
Het past in het tijdsbeeld
Vroeger gingen sommige dingen inderdaad anders. De maatschappij zat anders in elkaar en er was nog geen explosie aan technologische ontwikkelingen. Er is de afgelopen decennia ook veel onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van kinderen, wat gelukkig tot veranderingen heeft geleid in de manier waarop we hen opvoeden. Je kunt niet krampachtig vasthouden aan hoe het vroeger ging in een drastisch veranderde maatschappij. Over 50 jaar zullen de mensen die nu kinderen zijn ook weer op een bepaalde manier naar deze tijd kijken en het dan waarschijnlijk ook over no go’s hebben.
Gelukkig maar, dat de tijd niet stil staat!
Ben jij ook een trotse grootouder en wil je op de hoogte blijven?
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief
Bedankt voor de aanmelding
Er ging iets fout. Probeer het nogmaals
Bij ons is je emailadres veilig. Je kunt je ook elk moment weer afmelden
Comments are closed.