Vorige week maandagavond bezocht ik een workshop over grootouders en oppassen: “oppassen niet altijd makkelijk”. Ik zat daar met twee petten op. Als oma was ik nieuwsgierig naar wat deze workshop voor mij zou kunnen betekenen. Als redacteur van opa en oma wil ik graag mijn ervaringen met jullie delen.
Oppassen fysiek zwaar
Initiatiefneemster voor deze workshop is Gea Breebaart, beleidsmedewerkster bij GGD Hollands Noorden. Van vriendinnen hoort ze al sinds een aantal jaren dat het oppassen op de kleinkinderen wel heel leuk is, maar ook dat het fysiek behoorlijk zwaar kan zijn. Ook komt regelmatig naar voren, dat ze het moeilijk vinden om nee te zeggen tegen hun kinderen en voor zichzelf te kiezen. In haar werk bij de GGD komt ze grootouders tegen die daardoor met gezondheidsklachten te kampen hebben. Gea vond dat ze met dit gegeven iets moest doen en bedacht een workshop over oppassen waarbij ze de opa’s en oma’s actief zou kunnen betrekken.
Theatervoorstelling als workshop
De workshop wordt gegeven in de vorm van een theatervoorstelling. Twee acteurs spelen een aantal herkenbare scènes, waarop gereageerd kan worden. Van tevoren hebben we een rood en een groen kaartje gekregen; je kan het rode kaartje gebruiken bij een situatie die je niet herkent, het groene bij een situatie die je wel herkent en daar eventueel een toelichting bij geven. Ik ben benieuwd!
Overdonderd door de vanzelfsprekendheid
De acteurs beginnen met het spelen van de eerste scène: zoon, net vader geworden, komt zoals elke week, bij zijn moeder eten en steekt gelijk van wal: “mam, we hadden bedacht dat jij en pap donderdag en vrijdag wel op de kleine zouden kunnen passen. Dan komen jullie bij ons thuis, dat is lekker makkelijk en dan staat het eten klaar als we uit het werk komen”.
Moeder is overdonderd; het is dus allemaal al uitgedacht zonder haar en haar man er in te betrekken. Ze verbaast zich over de vanzelfsprekendheid waarmee ervan uitgegaan wordt dat pa en ma dit wel op zich willen nemen.
Na deze scène komen er gelijk reacties: heel veel rode kaartjes, een enkele groene. Hilda Gerritsen, opvoedadviseur bij de GGD, leidt de discussie en zij geeft tussendoor goede tips en adviezen.
Een oma met een groen kaartje vertelt dat ze moeilijk nee kan zeggen, zij laat zich snel overdonderen. Ze vindt het allemaal wel goed, maar ook best wel vermoeiend. Het enige jonge stel, dat in het publiek zit, vertelt dat zij het niet vanzelfsprekend vinden dat hun ouders oppassen. Het voorstel om structureel op te gaan passen kwam ook van de kant van de grootouders.
Verschillende meningen over regels, waarden en normen
De tweede scène gaat over het van mening verschillen over basisprincipes, in dit geval over het eten. Vader komt zijn zoontje ophalen; “en alles goed gegaan, ook met het eten”? Oma: “het eten ging een beetje moeizaam, beetje vlees, wat groente, niet echt veel”. Vader: “ Dan had je hem toch een potje kunnen geven”. Oma: “nee hoor, bah, die chemische troep! Hij eet gewoon met de pot mee en dan maar wat minder”. Vader is het er niet mee eens en er ontstaat een heftige discussie.
Ook hier weer als reactie veel rode kaartjes. De reacties van degenen die het wel herkennen brengen een discussie op gang over de normen en waarden in een gezin. Moeten deze regels door opa en oma overgenomen worden wanneer zij oppassen of niet?
“Het leuke van normen is dat er eindeloos veel zijn om uit te kiezen”.
Het verschil in opvattingen
In de derde scène gaat het hier eigenlijk ook om. De jonge vader speelt nu even een 9-jarige kleinzoon die op bezoekt komt bij oma. Hij heeft net een nieuwe iPad en is daar voortdurend mee bezig. Oma vraagt van alles, maar krijgt geen antwoord. Na verloop van tijd is oma het zat en sommeert haar kleinzoon om ’dat ding’ weg te doen. “Maar van papa en mama mag ik er altijd mee spelen” is het commentaar van de kleinzoon. Oma stelt voor om met de blokken of lego te gaan spelen, maar dat vindt de 9-jarige te kinderachtig. Hij wil wel tv kijken, maar dat vindt oma ook niet zo’n goed idee. De sfeer wordt er niet beter op.
Na deze scène ontslaat er een discussie over het gebruik van de iPad; hoe lang mag het kind er op spelen? Op welke leeftijd begin je daarmee? De jonge moeder vertelt dat zij haar 14 maanden oude zoontje laat spelen met de ipad wanneer de luier verschoond moet worden. “Dan ligt hij tenminste stil”. Daar moet een aantal oma’s uit de zaal toch even aan wennen.
Afspraken over de vaste oppasdag
In de laatste scène voert de oma een telefoongesprek met haar dochter. Oma past in principe elke maandag op, maar nu wil er een vriendin langskomen die ze al 5 jaar niet gezien heeft en die haar man net verloren heeft. Zij kan alleen op maandag. Zou er een andere oplossing gevonden kunnen worden? Dochter zegt stellig dat het niet mogelijk is: ze heeft een werkvergadering en papa is in het buitenland. Oma doet nog een paar (halfslachtige) pogingen, maar dochterlief is niet van plan om bij te dragen aan een oplossing. Het is de oppasdag van oma en daarmee is de kous af.
Deze scène maakt veel los en het gesprek dat erop volgt gaat voornamelijk over het maken van goeie afspraken van tevoren en een duidelijke communicatie tussen ouders en grootouders over welke verwachtingen beide partijen hebben. Een opa en oma in wording vertellen dat ze nu al goede afspraken gemaakt hebben over het oppassen.
Mensen in hun kracht zetten
Het was een leuke en leerzame avond. Er was sprake van herkenning bij alle aanwezigen, niet alleen bij de scènes, maar ook tijdens de gesprekken die daarop volgden. Die herkenning was belangrijk, want ik merkte dat de rode kaartjes na verloop van tijd soms ‘groen werden’. Het open en eerlijk praten over twijfels en emoties werkte uitnodigend voor diegenen die zich daar eerst niet over durfden te uiten.
“De beste stuurlui staan al wal”
De tips en adviezen van Hilda waren verhelderend. Wat steeds weer terug kwam daarbij was het belang van een goede communicatie tussen ouders en grootouders. Want kleinkinderen zijn geweldig en oppassen is heel leuk, maar niet altijd makkelijk.
Gea, met wie ik na afloop nog even sprak, was blij met alle reacties. “ Deze vorm van een workshop geven is nu nog een try-out. Na een aantal workshops, kunnen we tot de conclusie komen dat het goed werkt. De interactie zorgt voor een grote betrokkenheid en wij kunnen er veel van leren. Ons doel is om mensen in hun eigen kracht te zetten, zodat ze goeie keuzes kunnen maken”. Die keuzes maak je vaak vanuit je gevoel en daar is niets mis mee. En als er kritiek komt op je keuzes, bedenk dan: “de beste stuurlui staan aan wal”.
Ben jij ook een trotse grootouder en wil je op de hoogte blijven?
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief
Bedankt voor de aanmelding
Er ging iets fout. Probeer het nogmaals
Comments are closed.