Met de Olympische Winterspelen in het vooruitzicht lijkt het ons leuk om eens terug te kijken naar de Nederlandse deelnemers van weleer. Wij, de grootouders van nu, hebben de successen uit het verleden heel bewust meegemaakt. De televisie was nog een betrekkelijk nieuw fenomeen. Wie er één had, nodigde buren en vrienden uit en samen zaten we aan de buis gekluisterd als onze Nederlandse trots op het scherm verscheen.
Bereid je voor op een flinke portie nostalgie!
Het begin
Op de Olympische Winterspelen van 1952 (Oslo, Noorwegen) doet Nederland voor het eerst mee om de prijzen. Wim van der Voort haalt het zilver binnen op de 1500 meter schaatsen, vlak nadat Kees Broekman op de 5000 en 10.000 meter ook zilver heeft gewonnen. Er zullen vandaag de dag nog maar weinig grootouders zijn die zich dat nog voor de geest kunnen halen.

‘Sjoukje Dijkstra’ – Foto: Onbekend – Nationaal Archief, Den Haag
Het eerste goud op de Winterspelen
Sjoukje Dijkstra doet in 1956 (Cortina d’Ampezzo, Italië) haar eerste Olympische ervaring op bij het kunstschaatsen. In 1960 (Squaw Valley, Verenigde Staten) is Sjoukje een serieuze kanshebster en verovert ze zilver op het onderdeel individueel. Begin jaren ’60 wordt ze meerdere keren Europees kampioen en wereldkampioen. Op de volgende Olympiade in 1964 (Innsbruck, Oostenrijk) bekroont ze haar imposante carrière met een gouden medaille. Dijkstra is daarmee de eerste Nederlander die ons land goud bezorgt op de Olympische Winterspelen.
De aflevering van Andere Tijden Sport: Sjoukje en Joan gaat over de vriendschap tussen Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel, twee uitzonderlijk goede kunstschaatsters.
Een gouden trio
Het trio Stien Kaiser, Carry Geijssen en Ans Schut domineert eind jaren ‘60 het Nederlandse langebaanschaatsen bij de dames. Op de Olympische Winterspelen van 1968 (Grenoble, Frankrijk) is er goud op de 1000 meter en zilver op de 1500 meter voor Carry Geijssen, goud op de 3000 meter voor Ans Schut en brons voor Stien Kaiser op de 1500 en 3000 meter. Deze laatste staat vier jaar later in Sapporo (1972) nog eens op het Olympisch erepodium; ze wint daar goud op de 3000 meter en zilver op de 1500 meter.
Bekijk hier de aflevering van Andere Tijden Sport: Stien, Carry en Ans: de gouden schaatsmeisjes. De positie van de vrouw binnen de Nederlandse schaatssport bevorderde aanzienlijk door de successen van deze drie dames.

Van links naar rechts: ‘Stien Kaiser in 1968’ (Ron Kroon – Nationaal Archief, Den Haag) / ‘Carry Geijssen in 1968’ (Ron Kroon – Nationaal Archief, Den Haag) / ‘Ans Schut neemt afscheid (1971)’ (Bert Verhoeff – Nationaal Archief, Den Haag).
“Het ‘Ard&Keessie-tijdperk’ was het begin
van de Nederlandse schaatssuccessen”

‘WK allround 1972 in Oslo; Ard Schenk in actie’ – Foto: Bert Verhoeff / Nationaal Archief, Den Haag
Ard en Keessie
Zo mogelijk nog invloedrijker is in dezelfde tijd het vermaarde duo ‘Ard en Keessie’. Ard Schenk en Kees Verkerk zorgen voor ongeëvenaarde Nederlandse successen bij het hardrijden op de schaats.
In 1964 (Innsbruck, Oostenrijk) weet Verkerk al zilver te winnen op de 1500 meter. Tijdens de Winterspelen in Grenoble (1968), waar ook het genoemde damestrio zo goed presteert, eist Schenk het zilver op de 1500 meter op. Verkerk gaat naar huis met goud op de 1500 meter en zilver op de 5000 meter. Hiermee is het Olympisch succes van het duo nog niet afgelopen; integendeel. Ard Schenk wordt de meest succesvolle Olympiër van 1972 (Sapporo, Japan) met drie gouden medailles. De 1500, 5000 en 10.000 meter schreef hij daar op zijn naam. Verkerk doet nog een duit in het zakje door de zilveren medaille op de 10.000 meter te winnen. Het ‘Ard&Keessie-tijdperk’ – dat al in 1966 begon – is het begin van de Nederlandse internationale schaatssuccessen, die tot op de dag van vandaag voortduren.

‘WK schaatsen in Oslo, Verkerk (met bontmuts) en Schenk (1967)’ – Foto: Ron Kroon / Nationaal Archief, Den Haag
In de aflevering van Andere Tijden Sport: De Ard & Keessie Expres wordt teruggekeken op de opkomst van de oranjegekte in de Nederlandse sportwereld. In De Bontmuts van Kees Verkerk zie je het verhaal achter de muts, die bij huldigingen nooit ontbrak.
“Atje Keulen-Deelstra is al 33 jaar oud wanneer ze
zilver en brons wint op de Winterspelen van 1972”

‘Atje Keulen-Deelstra in 1972’ – Foto: Bert Verhoeff / Nationaal Archief, Den Haag
Schaatsende moeder Atje
Een naam die niet mag ontbreken in een overzicht van Nederlandse Olympische successen is Atje Keulen-Deelstra.
De Winterspelen van 1972 is voor Nederland de succesvolste editie tot dan toe. In dat jaar belandt niet alleen Stien Kaiser op het erepodium, maar ook Atje Keulen-Deelstra. Met zilver op de 1000 meter en brons op de 1500 en 3000 meter is haar deelname bepaald niet onverdienstelijk. Bijzonder detail hierbij is dat ze tijdens dit Olympisch toernooi al 33 jaar oud én moeder van drie kinderen is. Pas op dertigjarige leeftijd doet Keulen-Deelstra voor het eerst mee aan de Nederlandse kampioenschappen allround (1969), die ze een jaar later wint. Begin jaren ‘70 wordt ze bovendien vier keer wereldkampioen allround. Dit maakt haar tot de beste Nederlandse schaatsster van de 20e eeuw.
Andere Tijden Sport maakte in 2016 (drie jaar na haar dood) Atje Keulen-Deelstra: de Triomf van een Schaatsmoeder. De documentaire gaat onder andere in op het feit dat in de wintermaanden de zorg voor de kinderen grotendeels op haar man Jelle neerkwam. Iets wat in die tijd behoorlijk opzien baarde.
Meer nostalgie?
Lees hier alle artikelen over nostalgie en het leven van vroeger: ouderwetse spelletjes, speelgoed van toen, of over hoe we we in de jaren ’70 en ’80 met een vouwwagen op vakantie gingen.
Ben jij ook een trotse grootouder en wil je op de hoogte blijven?
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief
Bedankt voor de aanmelding
Er ging iets fout. Probeer het nogmaals
Comments are closed.