“Ik ben een blije opa en we zien Finn best regelmatig. Maar weet je wat ik zo moeilijk vind? Zijn andere opa en oma verwennen hem tot op het bot. Er zijn geen remmingen. Ik zie het ook terug bij mijn schoondochter. Als hij lief heeft gespeeld die middag, gaan zij de stad in om een kadootje uit te zoeken! Natuurlijk gun ik het mijn kleinkind van harte, maar waar zijn al die bergen speelgoed goed voor?”
De frustratie zit in het meningsverschil over hoe goed gedrag te belonen. “Maar ook op verjaardagen worden er enorme kado’s het huis ingesleept. Ik koop dan bewust een paar kleine dingen van maximaal € 20, om wat tegenwicht te bieden.”
“Ik ben bang dat ons kleinkind het verschil gaat zien in de hoeveelheid kado’s die hij van de andere opa krijgt en dat koppelt aan hoeveel we van hem houden.”
Opa van Finn (4)
Spullen of belevingen
Deze opa vertelt dat hij het veel belangrijker vindt om tijd met zijn kleinkind te besteden en ervaringen beleven. Het volgende kado voor Finn gaat een ‘fietskaart’ worden: een zelfgemaakte 10-strippenkaart voor een dagje fietsen met opa (inclusief ijsjes eten etc.). Het doet me denken aan het volgende verhaal op een forum voor (groot)ouders:
“Mijn kinderen hebben het vooral nog over de oma van wie ze aan het aanrecht mochten “flodderen”, de oma die tuinstoelkussens door het hele huis legde, zodat ze overal de koprol konden oefenen, de oma waar ze een eigen plankje in de kast hadden, met daarop altijd wel iets lekkers of een kleinigheidje.
Dat was ook de oma die heel rustig bleef als ze tussen de planten schepten, i.p.v. in de zandbak en de oma waar ze, als ze niet konden slapen, ’s avonds om half 9 nog even uit bed mochten komen om een ijsje te eten. Het was een oma die pannenkoeken bakte en waar de kinderen de slappe lach mee hadden als er een pannenkoek in de lucht werd gegooid, die niet opgevangen werd. Omdat de kinderen het zo gezellig vonden, at ze ook een lange jan bij de thee, al kreeg ze dat bijna niet weg. En als de kinderen niet meer konden slapen om half 7 ’s morgens ging ze eendjes voeren. Ik kan bladzijden volschrijven. Tranen kunnen mijn kinderen zich nog lachen als ze herinneringen ophalen.
Ze waren er regelmatig en ze hebben er maar één ding aan overgehouden. Een liefdevolle herinnering aan hun lieve, af en toe beetje gekke, onhandige en a-technische oma. En ja, het was weleens lastig als we ze thuis weer in het gareel moesten krijgen, maar als ik hoor hoe ze nu over haar praten, ben ik zo blij dat we het hebben laten gebeuren.”
Hier gaat het ook duidelijk om wat oma doet met haar kleinkinderen, wat daar wel mag en thuis niet. Zij onderneemt, denkt buiten de alledaagse gewoonten en doet anders met haar kleinkinderen, waardoor ze uit hun normale ritme kunnen breken. Een hoop lol is het resultaat (en vast een oma die moe is, maar zich wel heel voldaan voelt!), net zoals een sterkere band tussen hen. Het is hier de beleving die telt en het hem doet. Dit is wat iedereen zich later zal herinneren en nog eens om kan lachen, terwijl een zoveelste Playmobil allang vergeten is.
Positief gedrag belonen
In het voorbeeld van Finn’s opa lijkt het erop dat de mate van belonen niet in verhouding staat tot het gedrag van het (klein)kind. Een kind voelt zich namelijk al beloond als je je genegenheid voor hem toont. Dit kan in de vorm van een trotse glimlach, schouderklopje, vriendelijk woord of een knuffel en dit werkt beter dan een tastbare beloning zoals een snoepje (of kado), zeker voor de alledaagse dingen. Wat hierbij heel belangrijk is, is om het gedrag en niet het kind zelf te complimenteren. Dus liever: ‘wat heb je lief gespeeld vanmiddag!’ en niet: ‘Wat ben je toch een lieverd.’. Het verschil hierin is dat het kind zo leert welk gedrag positief ontvangen wordt en hij zal eerder geneigd zijn dit opnieuw te vertonen, omdat hij erom gewaardeerd wordt. Daarnaast zal hij zich niet als persoon afgekeurd voelen als zijn gedrag een keer negatief ontvangen wordt, omdat je hem standaard aanspreekt op gedrag (‘Je hoort in de wc-pot te plassen. Het is vies als het ernaast komt.) en niet op zijn persoon (‘Wat ben je toch een vies jongetje.’).
Grotere beloningen voor grotere prestaties
Het wordt een ander verhaal als er grotere overwinningen behaald (moeten) worden, zoals de overstap van kinderopvang naar kleuterschool. Hoe leuk is het als oma na je eerste kleuterschooldag je met een klein kadootje opwacht? Dus als een grote prestatie goed is gelukt, kun je je kleinkind duidelijk maken dat het iets bijzonders is en dat een bijzondere beloning verdient. Die is dan groter, meer naar verhouding. Als het om kinderen jonger dan vier jaar gaat, moet de beloning direct na de prestatie gegeven worden om het effect te bereiken. Na een paar dagen zijn de kleintjes het namelijk alweer vergeten.
Als een grote prestatie om een training vraagt die langer duurt, zoals zindelijkheid, is een beloningssysteem heel waardevol. Dit werkt goed bij kinderen vanaf vier jaar. Je kunt zo samen naar een grote beloning toewerken. Ook dan kun je voor een immateriële beloning te kiezen.
Op zoek naar een leuk cadeautje voor je kleinkind?
Wat als je niet fit bent om dingen te ondernemen?
Moet je dan terugvallen op grote kado’s kopen? Nee. Het zit hem dus niet in dingen die groot zijn of klein. Het belangrijkste en wat een kind haarscherp aanvoelt, is of je aandacht, interesse en liefde oprecht is. Een warme knuffel, een oprechte vraag of de juf vandaag aardig is geweest, oogcontact, even samen zijn/haar favoriete serie kijken en misschien dan nog 1 aflevering extra, een grappige kaart per post die de hobby van je kleinkind weerspiegelt; het is de oprechte aandacht die ieder mens’ hart verwarmt. Een kind past zich vrij makkelijk aan de mogelijkheden aan en als uitjes er niet inzitten, om welke reden dan ook, vertrouw er dan op dat jouw oprechte aandacht en liefde al genoeg invult en beloont.
Comments are closed.