Gelukkig zijn de meeste kinderen kerngezond. Helaas komt het ook regelmatig voor dat een kleinkind gehandicapt is. Daar moet je als grootouder mee leren omgaan. Oma Trudie en opa Hans hebben een blinde kleinzoon. David is nu vijf. Hoe gaan zij met hem om? Ik heb het hen gevraagd en de antwoorden verrasten mij.
Was het meteen bij de geboorte bekend dat David blind was?
Nee, niet direct, de artsen waren wel aan het twijfelen, maar spraken dat niet uit. Zij zagen dat er iets niet klopte, maar konden nog niet ontdekken wat er aan de hand was. Eigenlijk bleek na een paar weken al dat hij slechtziend was. Je zag toen wel dat hij niet overal op reageerde. De eerste paar maanden merkten we wel dat je weinig oogcontact met hem kon krijgen. Hij volgde je niet met z’n oogjes. Maar hij reageerde heel goed op je stem en draaide dus wel zijn hoofdje naar je toe. Dan weet je niet of hij je ook ziet.
Pas toen David 2,5 jaar was, werd definitief vastgesteld dat hij blind is. De gele vlek achterin het oog is zwart, afgestorven, dus hij ziet echt niks.
Wat dacht je toen je het hoorde dat hij waarschijnlijk niet goed zou kunnen zien?
Oma Trudie: “Dat was schrikken natuurlijk.” Opa Hans is wat emotioneler: “Het was shit toen ik dat hoorde, hoe moet dat allemaal goed komen?”
Een blinde baby knuffel je en verzorg je. Wat was er anders?
Het was niet moeilijker of anders. Hij had vooral speeltjes met rammeltjes en belletjes in de box. Door zijn goede geheugen wist hij al gauw waar wat lag. Hij greep er dan bewust naar, alsof hij het zag. Bij de andere kleinkinderen hield je een speeltje in beeld en dan pakten ze het. Al gauw bleek dat David daar niet op reageerde. Bij hem moest je het speeltje, flesje of doekje tegen zijn handje aanhouden en dan pakte hij het.
Heb je speciale begeleiding gehad, hoe om te gaan met blindheid?
Nee, je groeit er in en je doet veel op gevoel. Je moet hem gewoon eerst alles laten voelen. We krijgen natuurlijk wel veel tips van zijn moeder, onze dochter Suzan. Zoals zeg “stop” en dan stopt hij ook meteen en voelt hij met zijn hand waarom hij niet verder kan of mag: ‘Oh ja, hier staat een tafel, daar moet ik omheen’. Hij weet de route bij ons door het huis, want hij heeft hier sinds zijn geboorte tot de basisschool elke week een nachtje gelogeerd. Het is wel belangrijk hem meteen te vertellen en te laten voelen als er iets veranderd is. Er is bijvoorbeeld een kastje waar hij voortaan omheen moet lopen.
“Hij is trouwens heel vlot met traplopen, maar ook daar moet je wel even waarschuwen dat de laatste tree er aankomt.”
Doe je er iets extra’s voor om het beste met David om te gaan?
Buiten hou je zijn hand vast, je laat hem niet zo gauw los lopen. Binnen wel, maar buiten ziet hij natuurlijk de lantarenpalen en auto’s niet. Altijd “stoepje af, stoepje op” zeggen bij het wandelen, want o wee als je dat een keer vergeet, dan maakt hij een nare buiteling. Dan zeg ik “Sorry David, dat had ik even moeten zeggen”. Hij is trouwens heel vlot met traplopen, maar ook daar moet je wel even waarschuwen dat de laatste tree er aankomt. Bij allerlei uitstapjes laat je hem alles voelen en het personeel is bijna overal erg behulpzaam als je vertelt dat hij nou eenmaal met zijn handen moet kijken. Ze maken regelmatig een uitzondering voor hem, zodat hij ook een leuke dag heeft. Hij krijgt ook veel mee door te luisteren en te ruiken, bijvoorbeeld in de dierentuin. Daar kan hij de meeste dieren natuurlijk niet gaan voelen.
Ben je extra voorzichtig?
Nee, niet echt. Suzan, zijn moeder is veel voorzichtiger. Natuurlijk moet je op hem letten, anders loopt hij overal tegenaan. In de bergen laat je hem niet aan de kant van de afgrond lopen, maar aan de binnenkant, dat als hij valt, hij tegen de berg valt. Maar hij liep wel los! Hij loopt best vaak los, je hoeft echt niet altijd zijn hand vast te houden. In onze tuin weet hij ook de weg, laatst heeft hij zelfs gefietst op een plek waar hij geen gevaar liep. Hij is erg ondernemend en houdt van klimmen, dus hij klimt ook gewoon op een speelhuisje. Heel gecontroleerd.
Wat vind je het meest frustrerend?
Het is zo’n mooi manneke en hij ziet niks! Opa heeft het er duidelijk moeilijk mee. Dat hij al dat moois van de natuur niet kan zien zoals bloemen. Verzucht: we zijn nou al twee keer met hem en zijn ouders in Oostenrijk op vakantie geweest en hij ziet niets van die mooie bergen!
‘Kijkt’ ie ook tv?
Ja, hij hangt graag op de bank. Met z’n ellebogen op het kastje luistert hij televisie. Hij kijkt niet naar het scherm natuurlijk. Maar roept af en toe “Stil zijn, ik kan Brandweerman Sam niet horen!” Hij luistert ook veel cd’tjes met verhaaltjes. Vooral als hij zich even terugtrekt, omdat het in de woonkamer te druk is. Hij heeft gauw last van te veel impulsen. Als er tien kinderen bij elkaar zijn die wat wild doen, dan trekt hij zich terug. Op familiefeestjes gaat hij juist meestal de boventoon voeren en laat heel druk merken dat hij er ook is. Het is belangrijk de impulsen te beperken.
“Kan je niet uitkijken! Ik ben toch blind!”
Hoe beperkend is blind zijn?
Dat valt reuze mee. Je neemt hem gewoon mee, alleen je moet hem beter in de gaten houden, om te voorkomen dat hij zichzelf in gevaar brengt. Hij is erg ondernemend. Er zijn ook situaties waarin hij je er even aan herinnert: “kan je niet uitkijken! Ik ben toch blind!” Je kan met David bijna alles. Hij is laatst nog wezen vissen met Opa. En nog een flinke gevangen ook! Ook heeft opa hem met de boormachine in plankjes laten boren, ze vonden het allebei geweldig.
David krijgt al van jongs af aan begeleiding van Visio, een expertisecentrum voor visueel beperkten. Daar leert hij veel van. Nu zit hij zelfs op een reguliere basisschool tussen kinderen die wel kunnen zien. Hij doet het heel goed. Dit is natuurlijk te danken aan de zeer goede begeleiding op school, maar ook zeker door de leergierigheid van David, zijn intelligentie en de begeleiding van Visio aan de leerkrachten. Zijn andere zintuigen zijn door zijn blindheid veel beter ontwikkeld, dat blijkt maar weer nu hij braille begint te leren, hij voelt drie puntjes, maar zijn klasgenoten voelen wel puntjes, maar niet dat het er drie zijn. Hij kan al “B-A-L” lezen en schrijven! Hij heeft ook zwemles in een reguliere groep met ziende kinderen. En hij gaat net als andere kinderen dansen als er muziek is, wel maakt hij andere zelfbedachte moves, want hij kan het niet afkijken wat anderen doen.
Begrippen uitleggen blijft lastig. Hij moet nou eenmaal met zijn handen kijken. Je kan niet alles voelen. Hoe kan David snappen hoe hoog een boom is. Je kan het met stappen op de grond proberen uit te leggen, maar of hij dan hetzelfde beeld heeft als wij? Hoe hoog is dan een berg? En hoe leg je uit wat lucht is?
Maak je je zorgen om zijn ontwikkeling?
Nee, hij ligt voor of gelijk met de anderen. Oma maakt zich nog geen zorgen over de toekomst, vindt het daarvoor nog te vroeg, opa vraagt zich wel af hoe het later allemaal moet, gaat hij het redden?
Hoe reageren je vrienden?
Opa: Ze schrikken even, maar verder gaan ze er gewoon mee om. Als ze David bezig zien zijn ze verbaasd: Is hij blind? Daar zie je niks van. Het valt helemaal niet op. Iedereen staat er versteld van wat ie allemaal kan en doet! Soms zeggen ze wel “wat jammer, wat zielig”, maar hij is niet zielig, hij komt er wel!
Heb je tips voor andere grootouders?
- Ja, doe gewoon! Behandel hem of haar als een gewoon kind. Niet als een kind met een beperking.
- Geef hem vertrouwen.
- Laat het kind zichzelf ontwikkelen, laat hem zelf alles ontdekken en stimuleer hem daarin.
- Rem hem niet af! Zeg nooit “Dat kan jij toch niet”. Als iets niet lukt, zal hij zelf wel om hulp vragen.
- Je moet het als grootouder zelf ervaren en er mee leren omgaan. Het is voor iedereen anders. Zoek en vind een weg hierin.
Ben jij ook een trotse grootouder en wil je op de hoogte blijven?
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief
Bedankt voor de aanmelding
Er ging iets fout. Probeer het nogmaals
Comments are closed.