Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je iets aan je kleinkind wilt vragen. De aanleiding kan iets onschuldigs zijn zoals wat zij voor Sinterklaas wilt hebben of wat je op zijn boterham moet smeren. Maar soms is de oorzaak van serieuzere aard en wil je echt bepaalde informatie achterhalen. Het kan in ieder geval geen kwaad om meer te weten over gesprekstechnieken. In dit artikel wordt het component ‘vraagstelling’ nader toegelicht.
Eigenlijk is enige kennis over het voeren van goede gesprekken voor elke situatie handig, maar wij richten ons nu op het polsen van jullie kleinkinderen. In eerdere artikelen gaven we al aan hoe je beter met je kleinkind kunt praten en dat dit niet in de vorm van een interview moet gebeuren. Doch is het stellen van vragen een onontbeerlijk aspect binnen de communicatie. De meeste kun je in twee groepen verdelen, namelijk open of gesloten vragen. Hieronder staan allerlei typen vragen opgesomd onder die twee categorieën.
Gesloten vragen
Op dit soort vragen krijg je alleen een “Ja” of een “Nee” als antwoord. Een gesprek komt door gesloten vragen niet echt op gang, maar ze vormen wel een goede afwisseling. Bovendien kun je op die manier een bruggetje maken naar een ander onderwerp of het gesprek wat meer vaart geven. De reden hiervoor kan zijn omdat er teveel stiltes vallen: je kleinkind weet bijvoorbeeld even niets te zeggen. Maar ook de sfeer kan wat ongemakkelijk zijn geworden.
‘Suggestieve vragen’ zijn een onderdeel hiervan. De volgende vraag is bijvoorbeeld erg gekleurd: “Vind je school leuk?”. In deze vraag ligt eigenlijk het antwoord al vast; school is leuk. Je kleinkind wordt zo, waarschijnlijk onbewust, toch voor een deel door jou beïnvloed.
Een andere soort gesloten vraag zijn ‘Samenvattende vragen’. Deze zijn goed om iets af te ronden of om aan het eind van een gesprek te stellen. Zo check je heel gemakkelijk of je de informatie van je kleinkind goed hebt begrepen: “Dus je vindt drones wel cool?”.
“Wat wil je weten, oma?”
Open vragen
Dit type vragen geven je veel informatie doordat je kleinkind zelf het antwoord kan bepalen. Ze beginnen vaak met één van de vraagwoorden, zoals ‘wie, wat, waar…’. Een voorbeeld hiervan is: “Wie is jouw beste vriend?”.
‘Waarom’-vragen vormen binnen gesprekken vaak een uitnodiging om verder te vertellen. Je wilt dan ergens meer over weten. Weet wel dat ze voor jonge kinderen erg moeilijk te beantwoorden zijn.
Door één woord uit het antwoord van je kleinkind te herhalen, stel je ook een vraag. Met ‘Doorvragen’ kun je dieper op een onderwerp ingaan en meer informatie inwinnen, zoals “Wat bedoel je met ‘crossen’?”.
Het type vraag die vaak op school wordt gebruikt, is een ‘Toonvraag’. Hierbij weet je eigenlijk al het antwoord, maar wil je controleren of je kleinkind het ook weet. Een voorbeeld hiervan is “Hoe laat kwam pappa je ook alweer ophalen?”.
Voor oudere kleinkinderen zijn ‘Tegendeelvragen’ erg goed om in te zetten. Dit kan in de vorm van stellingen en zijn erg geschikt om een reactie uit te lokken: “Jij kunt vast niet een dag zonder je smartphone?”.
Zo zie je maar weer hoeveel verschillende soorten vragen er zijn die je kunt aanwenden om je kleinkind te doorgronden. Wil je meer weten over gesprekstechnieken, lees dan één van de volgende artikelen:
- Hoe praat je beter met je kleinkind?
- Praten met je kleinkind is geen interview
- 5 Tips om te praten met je puberende kleinkind
- Praten over een moeilijk onderwerp
- Praten over school – 15 vragen waar je wel een antwoord op krijgt
Bron:
“Luister je wel naar mij?” van M. Delfos
Ben jij ook een trotse grootouder en wil je op de hoogte blijven?
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief
Bedankt voor de aanmelding
Er ging iets fout. Probeer het nogmaals
Comments are closed.