Dorus, mooi mannetje van bijna twee jaar oud. Met zijn mooie heldere bruine ogen kijkt hij nieuwsgierig naar de wereld om hem heen. Het blijft een wonder hoeveel de kleintjes op die leeftijd al oppikken. Zijn woordenschat groeit rap. Woordjes, nog niet perfect uitgesproken uiteraard, nemen steeds meer de plaats in van gebaren en geluiden. Hij is, zoals al eerder gezegd een kleine meester in het duidelijk maken van zijn bedoelingen.
Cadeautjes inpakken met mama
Ik eet gezellig mee met Dorus en zijn papa en mama. Wanneer ik binnen kom is Dorus zijn moeder aan het helpen met het inpakken van cadeautjes. Hij mag de plakbandrol bedienen. Deze zit in een plakbandhouder en Dorus trekt er fanatiek hele stukken plakband af. Hij krijgt het nog niet voor elkaar om kleine stukjes eraf te scheuren. Maar daar is oma dan weer voor. Hij heeft nauwelijks tijd voor een knuffel. Nee, oma krijgt de opdracht “uit” met een verwijzing naar het plakband. Ik moet de stukjes eraf halen, ze vervolgens aan de kleine assistent geven die ze vervolgens weer aan zijn moeder geeft.
Als het cadeautje is ingepakt, schrijft mama nog een kaartje met de namen van de gulle gevers er op. Dat wil Dorus ook, met een pen krabbelt hij bedachtzaam wat op het kaartje. En geeft daar commentaar bij: “mama, oma, opa, papa” gevolgd door een langgerekte “en” waarbij hij heel geconcentreerd kijkt, alsof hij heel diep moet nadenken over de volgende naam. Het is komisch om te zien.
” Doddus”!
Hij kan zijn eigen naam nu ook zeggen: als we aan tafel zitten gaan we even het rijtje af: mama, papa, oma en wanneer de vinger naar hem gewezen wordt, roept hij enthousiast en met een blij gezichtje: “Doddus”! We zitten gezellig te eten. Ik kondig aan dat ik het erg lekker vind en nog wel een bordje lust.
Dorus kijkt naar me, zegt “oma, op” (open) en wijst naar de pan. Met andere woorden: ga je gang oma, neem nog maar een beetje. Dorus lust heel veel, maar zijn favoriete gang bij het eten is toch wel het dessert. Als zijn bordje bijna leeg is, roept hij luidkeels om het toetje. De shhhh van slagroom waarmee hij het toetje voorheen aanduidde is intussen vervangen door: “toet”.
Eten bij oma
Als we allemaal klaar zijn, mag de kleine man even uit zijn stoel om de toetjes uit de koelkast te pakken. Hij opent de deur wijd en speurt de koelkast af naar alles wat op een toetje lijkt. Meestal zijn er meerdere soorten aanwezig, ditmaal niet. Er wordt dus, behalve de vla, ook een pak rauw vlees op tafel gezet en een kuipje kruidenboter. Dorus vindt dat er keus moet zijn, dat is hij zo gewend. Ook als hij bij oma eet.
” Kleine kinderen verstaan al veel meer woorden dan dat ze zelf kunnen zeggen”
Voorlezen uit “Vos en Haas”.
Na het eten moet Nemo de vis gevoerd. Dorus loopt naar zijn keukentje en komt terug met “tat” (patat). En een zoutvaatje. Er wordt driftig zout op de ‘tat’ gestrooid en dan wordt deze aangeboden aan Nemo. Dorus maakt smakkende geluiden en zegt heel overtuigend: “mmm, mmm:”. Nemo geniet duidelijk van zijn maaltijd.
Voor het slapen gaan worden er nog enkele boekjes voorgelezen. Een van de favorieten is “Vos en Haas”. Vos en Haas wonen in het bos en de boom naast hun woning staat te huur. ’s Nachts horen ze enge geluiden: “oehoe, oehoe”. Ze denken dat er een spook of een boef in het bos is. Dat gedeelte vindt Dorus zó spannend. Hij slaat iedere keer terug naar de bladzijde met het donkere bos en zegt dan, met een verheugde blik: “boef, boef”. Zou hij een tweede Peter R. de Vries worden, immer op zoek naar de misdaad?
Ik weet het, die grappige en mooie ontwikkeling van de spraak maken alle tweejarigen door, maar het is mijn kleinzoon bij wie ik dat van dichtbij mag meemaken; het ontroert me en maakt me trots!
Ben jij ook een trotse grootouder en wil je op de hoogte blijven?
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief
Bedankt voor de aanmelding
Er ging iets fout. Probeer het nogmaals
Comments are closed.