Angsten horen bij het leven – iedereen is op een moment in zijn leven wel ergens bang voor. Voor kinderen kan angst een behoorlijk frustrerend en overweldigende emotie zijn. Heb jij een angstig kleinkind? Ontdek hier 5 tips om jouw kleinkind te helpen.
Kinderangst of een angstig kleinkind
Kleinkinderen maken een hoop mee op een dag. Ze doen veel nieuwe indrukken op. Het zal je niet verbazen dat kinderangsten om die reden ook vaak samenhangen met de geestelijke ontwikkeling van je kleinkind: hoe meer de kinderen zien, hoe meer dingen ze angstig kunnen vinden.
Kinderangsten komen op alle leeftijden voor en zijn geheel normaal. Die kinderangsten komen op, verdwijnen en kunnen na een tijdje weer terugkeren. Je kan echter ook te maken hebben met een van nature angstig kleinkind. Deze kleinkinderen zijn sneller bang en lastig om te troosten. Wij hebben gelukkig 5 tips!
1. Angst is normaal
Praat met je kleinkind over de angsten en leg de nadruk op het feit dat angst een normaal onderdeel van het leven is. Iedereen ervaart angst, het is namelijk de meest bekende gezondheidsprobleem. Het is ook belangrijk dat je kleinkind angst ervaart, je moet echter je kleinkind tevens leren dat angst en angstige gevoelens normaal zijn.
2. Erken de angsten van je kleinkind
Als je aan je kleinkind merkt dat hij zich angstig voelt voor iets, dan is het belangrijk om hem aan te moedigen om erover te praten. Zorg dat jij de angsten van je kleinkind erkent. Die gevoelens zijn namelijk echt. De waarnemingen van een kind zijn anders dan onze eigen waarnemingen, hierdoor zijn de angsten dus ook anders.
Probeer de angstgevoelens van je kleinkind niet te negeren. Bovendien mag je de angsten van je kleinkind al helemaal niet verwerpen of minimaliseren. Dat vererger je de situatie alleen maar, want je zegt eigenlijk tegen je kleinkind dat je hem niet gelooft. Dat is het laatste dat je kleinkind moet horen!
“Door het goede voorbeeld te zijn,
help jij jouw kleinkinderen een stapje verder”
3. Praat ook over jouw angsten
Het zeggen tegen je kleinkind dat hij niet de enige is met angsten, is soms niet genoeg. Het is daarom verstandig om ook over jouw angsten te praten. Angsten delen met elkaar is altijd goed. Vertel je kleinkind bijvoorbeeld kinderangsten die jij had op zijn leeftijd.
Op die manier zorg je ervoor dat je op het zelfde niveau als je kleinkind komt en geef jij je kleinkind het gevoel dat die angstige gevoelens er ook mogen zijn. Opa en oma hebben ze immers ook!
4. Angst kan leiden tot angst
Wanneer jij of de ouders van je kleinkind angstig zijn, merkt jouw kleinkind dit op. Die angsten van anderen kunnen op je kleinkind worden geprojecteerd. Gelukkig kunnen zowel de ouders als de grootouders hier aan werken.
Als je namelijk merkt dat je te veel stress hebt en je angstig voelt, moet je iemand vinden om mee te praten. Angstige gevoelens moeten geuit worden. Dit geldt voor zowel je kleinkind, als voor jou en je eigen kinderen.
5. Een goed voorbeeld zijn
Grootouders zijn de beste in de rust bewaren en er zijn voor hun kleinkinderen. Als er dingen gebeuren die jouw kleinkind nerveus maken, is het uiteraard belangrijk om kalm te blijven en je kleinkind te troosten. Alles wat jij doet voor je kleinkind en je kinderen zullen worden overgedragen aan hen.
Jouw kleinkinderen leren vaardigheden leren die hun verder in het leven helpen. Al jij ze ondersteunt in een stressvolle of angstige situatie, dan kunnen jouw kleinkinderen hier in de toekomst zelf beter mee omgaan. Door het goede voorbeeld te zijn, help jij jouw kleinkinderen een stapje verder.
Ben jij ook een trotse grootouder en wil je op de hoogte blijven?
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief
Bedankt voor de aanmelding
Er ging iets fout. Probeer het nogmaals
Comments are closed.