Al jaren lang spreken kleinkinderen hun grootouders aan met “u” of door simpel “oma” of “opa” te zeggen. De laatste tijd is er echter een verandering aan de gang. Niet alleen “u” klinkt te formeel, zelfs “oma” en “opa” verliezen hun populariteit.
De Nederlandse taal verandert. De manier waarop grootouders worden aangesproken valt daar ook onder. Pas sinds de negentiende eeuw zijn de eerste geschreven “opa” en “oma” woordjes te vinden. Deze woorden zijn een afkorting van grootpapa en grootmama, die op hun beurt weer een variatie zijn van formele grootvader en grootmoeder.
Als je nog een stapje verder terug in de tijd gaat, kom je woorden zoals bestemoer en bestevaar terecht. Deze zijn tot stand gekomen door ons contact met de Fransen: de woorden zijn afgeleid van het Franse bon-papa en bon-mama. Geleidelijk werd deze benaming voor opa’s en oma’s overgenomen als eerbiedige naam voor een leider: onder andere Michiel de Ruyter werd zo genoemd door zijn bemanning.
Vroeger versus nu
Waar vroeger de nadruk lag op een eerbiedige toon, geven steeds meer grootouders en kleinkinderen de voorkeur aan een wat informelere aanspreekvorm. “U” wordt steeds vaker vervangen door “je” en al veel kleinkinderen gebruiken tegenwoordig koosnaampjes voor hun lieve opa of oma.
Kinderen zijn erg creatief op het gebied van namen verzinnen. Zo wordt bijvoorbeeld actrice Goldie Hawn “Gogo” genoemd door haar kleinzoon. Een paar andere variaties zijn: papsie, moetje, nona, poepoe. Er zijn er te veel op om te noemen
“Verschillende namen kan het leuker en handiger maken
voor het kleinkind om alle grootouders uit elkaar te houden”
Koosnaampjes zijn niet de enige variatie, ook de voornaam krijgt steeds vaker de voorkeur van ouders, kleinkinderen en grootouders. Een enkele keer hoor je dan een kind op straat gewoon “Henk” of “Annie” roepen.
Toch moeten “opa” en “oma” als aanspreekvorm niet worden afgeschreven. Deze woorden zijn namelijk erg makkelijk te combineren met andere woorden die in de ogen van het kleinkind echt bij jou passen. Denk hierbij aan “opa pannenkoek” of “oma snoepje”.
Wie bepaalt de aanspreekvorm?
Als grootouder mag je uiteraard zelf kiezen op welke manier je het liefst wordt aangesproken door je kleinkind. Verschillende namen kan het leuker en handiger maken voor het kleinkind om de grootouders uit elkaar te houden. Het kan verwarring voorkomen. Maar zeg nou zelf, zodra die kleine bundel van vreugde jou roept met een grote glimlach maakt het bijna niet meer uit wat hij/zij precies roept.
Ben jij ook een trotse grootouder en wil je op de hoogte blijven?
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief
Bedankt voor de aanmelding
Er ging iets fout. Probeer het nogmaals
Comments are closed.