Stel: je kleindochter gooit een vaas om en die valt in stukken op de grond. En dat terwijl je nog zo had gezegd dat ze niet met haar lego in de vensterbank moest spelen! Soms gebeuren er dingen die je zo boos maken dat de stoom uit je oren komt. Als je boos bent, zeg je soms dingen die je niet meent. Het is soms lastig, maar tel tot tien om te voorkomen dat je in je boosheid zegt waar je spijt van krijgt.
In dit artikel welke 5 dingen je maar beter niet kan zeggen als je boos bent!
1. Doe toch eens rustig!
Tja, de lieve schat wàs rustig aan het spelen. Ze vermaakte zich al een tijdje prima in haar eentje met de lego. Het was ook niet dat ze die dingen door de kamer smeet of aan het rennen was!
Ongelukjes zitten gewoon in een klein hoekje en zijn bovendien heel normaal voor bij jonge kinderen. Zowel hun fijne als grove motoriek is nog in ontwikkeling. Je kleindochter deed het vast niet expres en zal dus net zo geschrokken zijn als jij.
2. Je ziet toch dat ik bezig ben!
Je was je net aan het verdiepen in belangrijke papieren en dan komt je kleinkind aan je mouw trekken. Hij komt vragen wanneer jullie buiten gaan spelen en is zich er niet bewust van dat hij je stoort. Dit heeft te maken met de cognitieve ontwikkeling. Kinderen tot een leeftijd van zes jaar kunnen zich nog niet goed in een ander verplaatsen. Het inlevingsvermogen moet groeien, maar daar kun jij hem juist bij helpen. Leg dus uit wat je aan het doen bent en wat dit met je doet. Het ventje zal het dan beter begrijpen dan wanneer je alleen maar een sneer geeft.
“Wie is hier nou de baas?”
3. Waarom doe je dat nou?
Op een retorische vraag als deze heeft natuurlijk niemand een antwoord! Bovendien vraagt dit een sterke mate van zelfreflectie. Dit ligt in het verlengde van het eerder genoemde inlevingsvermogen en beide zijn vaardigheden die kinderen simpelweg nog moeten ontwikkelen.
4. Let nou toch eens op!
Een kind van zes zal zich ongeveer tien minuten kunnen concentreren op een activiteit die het niet zelf heeft gekozen. Daarbij kan een jong kind zich maar op één ding tegelijk richten en mist het daardoor een zeker overzicht. Je kleinkind zal om die reden regelmatig tegen allerlei voorwerpen op lopen of er over struikelen. Daar is weinig aan te doen, maar jij bent er dan om je kleinkind te troosten.
5. Ik ben blij als je straks weer weg bent!
Kleine kinderen hebben veel aandacht nodig en dat vraagt veel van je. Iedereen snapt dat je het je misschien uitput. Of dat je het af en toe zat bent om continu op te letten wat hij nu weer aan het doen is. Dat komt door het leeftijdsverschil, laten we eerlijk zijn. Een kind barst nu eenmaal van de energie en lijkt soms niet moe te krijgen. Dit is anders voor jou als grootouder, maar daarom verdient je kleinkind een opmerking als deze nog niet! Zelfs niet als je boos bent. Het lijkt dan net alsof je helemaal niet wilt oppassen of niet blij bent dat hij of zij bij je is. Dat zal toch beslist niet het geval zijn?
Bied je verontschuldigingen aan
Natuurlijk bedoel je het allemaal niet zo en wil je je kleinkind niet expres kwetsen. En natuurlijk snap je ook wel dat dat kleintje nog niet alles kan of begrijpt. Toch glippen dit soort opmerkingen er wel eens uit. Realiseer je dat elke grootouder dit wel eens heeft. Van belang is wel dat je je kleinkind even apart neemt en sorry zegt. Want ook een kind heeft er recht op om een verontschuldiging te horen van een volwassene. Je geeft daarmee het goede voorbeeld en laat zien dat iedereen emoties heeft, ook grote mensen!
Ben jij ook een trotse grootouder en wil je op de hoogte blijven?
Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief
Bedankt voor de aanmelding
Er ging iets fout. Probeer het nogmaals
Comments are closed.